Achtste toespraak tot mijn studenten, voorjaar 1976.

Aangezien minister van Kemenade zijn contourennota gesteld heeft in een soort Nederlands, dat ik zelfs mijn honden niet durf voor te lezen, weet ik niet precies, wat hij met het middelbaar onderwijs voor heeft, maar veel goeds is het niet. Terwijl het middelbaar onderwijs nog niet van de invoering van de mammoetwet bekomen is, moet het met de middenschool gaan experimenteren. Terwijl de mammoetwet door de pakkettenkeuze het middelbaar onderwijs op beroepsopleiding heeft doen gaan lijken, krijgen we nu de middenschool, waar in naam van de spreiding van kennis de goede leerling helemaal niets meer leert. Terwijl Engeland, dat met de invoering van de zg. "comprehensive school" ons in dezen is voorgegaan, wou dat het er nooit aan begonnen was, omdat het een grandioze mislukking is gebleken, is de blinde fanaticus van Kemenade niet te remmen. Nou, blind? Niet helemaal: waarschijnlijk weet hij, dat het in Engeland mislukt is, want hij heeft al de wens te kennen gegeven de experimentele middenscholen daar te stichten, waar voor de scholieren in de nabijheid geen alternatief aanwezig is. Dit, zoals hij dat noemt, "om het experiment een eerlijke kans te geven". Het risico dat ouders hun onbevredigde kinderen van de middenschool zouden afnemen, wil de minister kennelijk zoveel mogelijk verkleinen. Zoveel over des ministers wetenschappelijke eerlijkheid.

Wat de minister met het universitair onderwijs voor ogen staat, is heel duidelijk: vernietiging. Daar zijn ze al sinds 1968 mee bezig; toen noemden ze het democratisering, maar dat was zo'n vuig euphemisme als politici wel vaker hanteren. Uit de missiven van het ministerie van O. en W. wordt steeds duidelijker, dat tegenwoordig de O. voor "Opleidingen" staat. Het wezenlijke verschil tussen academiaal onderwijs en hoger beroepsonderwijs staat de minister niet meer helder voor ogen. De minister staat hierin overigens niet alleen.

Hoger beroepsonderwijs leidt zijn leerlingen op voor bepaalde beroepen; wetenschappelijk onderwijs voert zijn studenten in in bepaalde wetenschappelijke disciplines, een activiteit, die slechts zijdelings verband hoeft te houden met Het latere terrein van wetenschappelijke activiteit. Om dicht bij huis te blijven: als ik wel ben ingelicht zijn al Uw hoogleraren in de Informatica aan de THE van huis uit theoretisch physicus. En waarom niet? In je studententijd is je belangrijkste taak te leren je hersens te gebruiken, je noge kwaliteitsnormen eigen te maken en een goede wetenschappelijke smaak te ontwikkelen. En voor wie dat gelukt is, doet het er later niet zo heel erg meer toe, wat hij nu precies gestudeerd heeft.

Maar er wordt met man en macht aan gewerkt om deze grenzen te doen vervagen. Kweekscholen en scholen voor maatschappelijk werk —duidelijk beroepsopleidingen— heten pedagogische en sociale academies, hun leerlingen heten ten onrechte studenten. En alsof dit versluierend taalgebruik al niet schadelijk genoeg is, poogt men nu ook het wetenschappelijk onderwijs in het keurslijf van de beroepsopleidingen te persen. De kreet hiervoor is "integratie van het tertiair onderwijs" en, als het aan de minister ligt, is binnen tien jaar het verschil tussen de TH's en de HTS-en verdwenen. De herprogrammering, die net curriculum tot vier jaar moet terugdringen, is daartoe duidelijk een eerste aanzet. Is de O. de O. van "Opleidingen" geworden, de W. wordt volslagen vergeten. Hadden we iets anders kunnen verwachten? Sinds de zg. "gamma-wetenschappers", zoals economen, psychologen, sociologen, pedagogen en wat dies meer zij, in een moment van onbedachtzaamheid tot de campus zijn toegelaten, hebben zij, samen met de bouwkundigen, altijd het academisch uitschot gevormd. En deze minister beoordeelt de wetenschap naar de karikatuur, die hij er zelf van heeft meegemaakt en bedreven.

Overigens ben ik van oordeel, dat er op Hilversum 4 minder moet worden gezeverd.