Ingenieur Ebergen, Weledelgestrengde Heer,

Uw afstudeerperiode is wat anders verlopen dan aanvankelijk voorzien doordat U de gelegenheid kreeg een semester als assistent mee te draaien op het California Institute of Technology te Pasadena. Want dat bezoek bleek meer dan alleen maar een onderbreking van enkele maanden. Het werk, dat U daar deed, was U zo goed bevallen, de problemen waar U daar mee werd geconfronteerd hadden U zo gegrepen, dat U mij vroeg, of U niet op die problematiek mocht afstuderen.

In de maanden, die daarop volgden heb ik mij niet zonder zorg, en soms zelfs haast met enig beginnend schuldgevoel, afgevraagd of ik er wel goed aan had gedaan U de gevraagde toestemming te verlenen. Ik zag namelijk aankomen, dat het langer zou duren dan het scherpomlijnde onderwerp, dat ik U aanvankelijk had opgegeven. En misschien zou het zelfs wel aanzienlijk langer duren. U kunt zich voorstellen, dat ik me wel eens wat bezwaard voelde. Gelukkig wekte U niet de indruk zich bezwaard te voelen: in tegendeel, mag ik wel zeggen. U wekte, ten minste naar buiten, alle schijn van de bekende vis in het water.

Uw mededeling, dat U aan Uw afstudeerverslag wilde beginnen, werd met opluchting vernomen. Het is me daarna nog één keer zwaar te moede geworden, nl. toen we de eerste schets van het begin van Uw afstudeerverslag te zien kregen. Dat bevatte echt te veel abracadabra en we hebben U moeten wijzen op het recht van de afstudeerhoogleraar te begrijpen wat de abiturient opschrijft.

U hebt dat kennelijk heel goed in Uw oren geknoopt, want de volgende versie, die ook practisch de uitendelijke versie is, is voor het overgrote gedeelte een toonbeeld van compacte helderheid. En toen pas haalde ik verlicht adem. Ik geloof nog steeds, dat het oorspronkelijke onderwerp U aanzienlijk minder tijd zou hebben gekost; ik denk ook, dat het oorspronkelijke onderwerp waarschijnlijk tot een overtuigender werkstuk aanleiding zou hebben gegeven. Daar staat evenwel mijn overtuiging tegenover dat U in Uw worsteling met het door U zelf verkozen onderwerp ongetwijfeld ontzettend veel meer geleerd hebt dan met het oorspronkelijke onderwerp het geval geweest zou zijn. U hebt nu aan den lijve ondervonden wat er bij komt kijken als men nieuwe begrippen moet invoeren of nieuwe notaties moet ontwikkelen, allemaal zaken waar het oorspronkelijke onderwerp geen aanleiding toe zou hebben gegeven. Dat U in Uw afstudeerperiode zoveel geleerd hebt heeft mij met Uw keuze verzoend.

Het werk, dat U bij het Mathematisch Centrum gaat doen, zal ––als ik het goed heb begrepen–– in eerste instantie in het verlengde van Uw afstudeeronderwerp liggen. Ik vind dat wel leuk, want U had zo hoog, en aanvankelijk ook zo vaag gegrepen, dat het werk ten duidelijkste nog niet af is, terwijl het ten duidelijkste voltooiing verdient. Ik vind het ook een beetje jammer; in dat opzicht sta ik gelijkelijk tegenover de afstudeerperioden en de promotie: het is atlijd leuk als de jonge ingenieur c.q. de jonge doctor daarna heel iets anders gaat doen. Anders krijg je zo het patroon van de Amerikaanse Ph.D., die op zijn 25ste al het specialisme van zijn leven heeft gekozen. Te meer daar Uw onderwerp zoals dat heet "in het brandpunt van de belangstelling ligt", kan ik Uw continuering wel billijken. Bovendien hebt U genoeg levendigheid en flexibiliteit aan de dag gelegd om het vertrouwen te rechtvaardigen, dat U vroeg of laat wel weer van dit onderwerp los zult komen en iets anders leuks gaat doen.

Rest mij slechts U te feliciteren, de Uwen in deze gelukwens te betrekken, en U van mijn beste wensen te doen vergezellen.