U studeert af op een moeilijk ogenblik, Uw studietijd is samengevallen met een periode waarin het universitaire bedrijf door sterke groei uiteindelijk in grote moeilijkheden is geraakt. De moeilijkheden zijn bekend: het hoger onderwijs dreigt een ondraaglijk groot gedeelte van het budget op te slokken, de toename van de quantiteit kon slechts gerealiseerd worden door een bijkans evenredige afname van de qualiteit voor lief te nemen en de arbeidsmarkt weet met deze grote aantallen nieuwe academici niet goed raad. Allerlei instanties hebben van het ontstaan van deze misstanden de schuld gekregen.

Een gebruikelijke zondebok is het universitaire bedrijf zelf: vooral uit de mond van hen, die nu bezuinigingen bepleiten, wordt vaak het verwijt gehoord, dat de universiteit in de afgelopen vijftien jaar deze groei zelf gewild en gestimuleerd heeft. In zijn ongenuanceerdheid is dit verwijt absoluut onrechtvaardig en ik stel er prijs op deze aantijgingen hier in het openbaar tegen te spreken. Al zeker tien jaar vervult de opgedrongen schaalvergroting —en niet in de laatste plaats vanwege het hierdoor geinduceerde qualiteitsverlies— velen in de universitaire wereld grote zorg. Men kan het ten hoogste verwijten, dat zij, uit een misbegrepen plichtsbesef, zich er niet duchtiger tegen hebben verzet. Dat dit plichtsbesef —"meedoen, om erger te voorkomen"— veel van het plichtsbesef van de collaborateur heeft, is niet vreemd aan het schuldbesef dat nu aan velen hunner knaagt.

Een andere zondebok —hoe kan het ook anders!— is het bedrijfsleven, dat gefaald zou hebben door herorientering de bakens te verzetten. Ook dit verwijt is onrechtvaardig. Jaren geleden hebben optimisten wellicht oprecht gedacht, dat het werk waarvoor je een goed academicus nodig hebt, ook wel door twee halfwas-academici gedaan kon worden, maar nu gelooft alleen een struisvogel dat nog: geen tien mensen met slechts populair-wetenschappelijke kennis maken samen een geleerde, evenmin als een paar amateurs samen achter het toetsenbord de rol van een concertpianist kunnen overnemen. Wie kennis spreidt, spreidt domheid, want een wezenskenmerk van kennis is concentratie.

Naast de vraag naar de schuld is er de vraag, wie de tol betaalt. Het ligt erg voor de hand de nu afstuderenden als de kinderen van de rekening te zien. Op langere termijn is dat echter de halve waarheid maar, want op den duur dreigt ons hele volk de wrange vruchten van een ontbrekende elite te plukken: kleurloze mediocriteit op alle niveaus. Zolang een intellectuele elite afgeschilderd wordt als een zich ten koste van de rest bevoordelende priesterkaste, in plaats van als de kurk waarop onze beschaving drijft, is er weinig hoop. Het tuig, waarmee president Nixon zich omringde, gebruikte de term "elitair" graag om speciaal de meer integeren onder zijn tegenstanders verdacht te maken; laat ons hopen, dat dit een dieptepunt is geweest, van waar uit het eerherstel van de onmisbare elite zal kunnen plaatsvinden. Maar het zal een lange weg zijn, zeker in alle landen, waar nivellering als politiek ideaal geaccepteerd wordt.

U hebt als student een veelbewogen periode uit de universitaire wereld meegemaakt, soms verheffend, maar meestal minder verheffend. Ik zou me kunnen voorstellen, dat U met droefnis, misschien niet zonder wrok, zou vaststellen, dat de omstandigheden Uw studententijd aardig hebben bedorven, zoals, naar objectieve maatstaven gemeten, een goed deel van mijn jeugd door krijgsgewoel is "bedorven". Dat ik toch met dankbaarheid aan mijn jeugd terugdenk is, omdat ik dankzij de bedreigingen van toen beter weet wat mij nu dierbaar is een waarom. Moge het U gegeven zijn op een soortgelijke wijze eens, in weerwil van al zijn gebreken, in dankbaarheid op Uw studententijd terug te zien.

Met het behalen van Uw academische graad wil ik U graag van ganserharte gelukwensen, een felicitatie, waarin ik uit de aard der zaak eveneens Uw familie en overige U dierbaren wil betrekken. Ik moge eindigen met de wens, dat U een loopbaan beschoren zal zijn, die U tot in de lengte Uwer dagen voldoening zal blijven schenken.